Geschiedenis

De confituur zoals we ze vandaag de dag kennen is een mengeling van vruchten en suiker (vaak geleisuiker, verrijkt met pectine). Confituur gebruiken we tegenwoordig voornamelijk als broodbeleg of als smaakmaker in yoghurts e.d.

Vandaag is het maar een kleintje om naar de supermarkt te gaan en een potje confituur te kopen, maar dat was lang niet altijd zo.

Suiker was vroeger eens schaars goedje en 1 van de weinige zoetstoffen die voorhanden was, was honing. Naast het drogen en pekelen van voeding, ontdekte de mens dat door vruchten in honing te leggen deze iets langer bewaard konden worden.

De eerste sporen van kleinschalige productie van suiker op basis van suikerriet zijn te vinden in India rond 500 voor Christus.

Via de Perzen kwam het suikerriet naar het Midden-Oosten en het waren de Arabieren die het introduceerden in het Middellandse zeegebied. De naam van het product kwam via het Arabische sukkar in onze Westerse talen terecht. 

Het klimaat rond de Middellandse zee was echter niet optimaal voor de teelt van suikerriet en de verwerking was heel arbeidsintensief, waardoor de productie eerder kleinschalig bleef. Met de kruistochten kwam het Westen voor het eerst in contact met suiker. Het werd een populair luxeproduct voor de hoven en de rijken, aangevoerd door Venetiaanse, Italiaanse en Spaanse handelaars. Maar voor de gewone sterveling waren de middeleeuwen alles behalve zoet.

Het is pas bij de ontdekking van Amerika dat de suikerplantages in het Caraïbisch gebied en Zuid-Amerika tot stand kwamen.

Voor 1800 was alle suiker die in omloop was afkomstig van suikerriet, het is pas in 1801 dat in Pruisen de productie van suikerbieten tot stand kwam en door de overzeese blokkades tijdens de Napoleontische oorlog, werd de suikerbiet alsmaar populairder.

Confituren zoals we ze vandaag kennen werden voornamelijk in de (betere) huishoudens geproduceerd door de kok of vrouw des huizes vanaf de jaren 1850. Toen werd er nog volop met de seizoenen meegeleefd en dankzij de productie van confituur kon je in het putje van de winter toch de heerlijke smaak van aardbeien op je boterham proeven.

Ook ik ben opgegroeid met de heerlijke geuren van zelfgemaakte confituren die elke kamer van ons huis vulde. Pas later heb ik het plezier ontdekt om zelf confituren te maken en met smaken te experimenteren.

Glenn en ik verheugen ons dat we u mee kunnen nemen in ons uniek verhaal en hopen uw smaakpapillen te prikkelen met al het lekkers dat we u kunnen aanbieden!

“OM PASTA VAN KERSEN TE MAKEN” BRON; BOEK  “LES SECRETS…’ VAN DE ITALIAANSE ALCHEMIST ALEXIS PIEMONTOIS – DRUK VANAF 1558 VIA DRUKKERIJ PLANTIN, TE ANTWERPEN